Begin hier

of
HIER

met het lezen van mijn verdwaal-verhaal. Dit verhaal gaat niet gewoon van a naar b naar c, maar het kronkelt in allerlei richtingen en slaat vreemde zijpaadjes in. En jij bepaalt, welk pad je neemt.



maandag 15 maart 2010

Strijd op leven en dood.

Verveling! Verveling! In het begin vond het maar wát leuk, dat hij onoverwinnelijk was. Hij reisde rond in zijn schitterende harnas en kocht een gouden trompetje voor zijn schildknaap. Die moest heel de dag toeteren, waarheen ze ook gingen. Of ze nu door een krioelende winkelstraat reden of door een woest en verlaten woud: toeteren moest hij, en roepen van: 'Hier is Bartilak de Onoverwinnelijke! Geen monster is hem te groot! Geen schurk te gemeen!' Dan kwamen de mensen die last hadden van een monster, of een schurk, naar hem toe en ze smeekten of hij hen wilde redden. Ze boden hem goud aan, en zilver, hun eeuwige dank en hun jongste dochter.
Dan volgde er een woeste strijd met de rovers (of het monster, of wat dan ook).
Een strijd op leven en dood! Spannend! Zenuwen! Boem-bedeboem-bedebadaboemboem ging ridder Bartilak's hart. Zijn benen trilden; zweet droop in zijn ogen.
De eerste honderd keer.
Maar bij monster nummer honderd en één sloeg zijn hart alweer heel regelmatig boem, boem, boem. Geen trillingen en geen zweet, want nou wist hij het wel.
Hij won toch altijd.
Bij monster nummer vijfhonderd en één slobberde hem het hart mismoedig in de borst, van flof... flof... flof...
Hij had al meer goud en zilver verdiend dan hij op kon maken. En eeuwige dank - tja, wat koop je d'r voor?
Om van die jonge dochters maar te zwijgen. Sommigen waren wel aardig, maar anderen waren werkelijk nog heel erg jong en dan moest hij weer maanden met luiers en flesjes in de weer. En dat is geen werk voor een ridder.
Er was maar één ding wat hij nog leuk vond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten