Begin hier

of
HIER

met het lezen van mijn verdwaal-verhaal. Dit verhaal gaat niet gewoon van a naar b naar c, maar het kronkelt in allerlei richtingen en slaat vreemde zijpaadjes in. En jij bepaalt, welk pad je neemt.



donderdag 4 maart 2010

De draak van Pulkerveen

Tientallen ridders hadden het al geprobeerd. Misschien wel honderden. Maar niemand was het ooit gelukt, de draak van Pulkerveen te doden. Het is maar een klein dorpje, Pulkerveen. Het ligt ten noordwesten van de uitgestrekte heide, en er wonen enkel turfstekers en schaapherders. Niemand gaat er ooit naartoe, behalve mensen die turf nodig hebben, of iets van schapen.
Dat werd anders toen Dronken Evert op een morgen thuiskwam, met een gezicht zo vaal als de mist en zweet op heel zijn lijf, bibberend en stamelend dat hij een draak had gezien.
“Een draak?” zeiden de dorpelingen. “Waar dan? Waar dan?”
“Inne hol,” zei Dronken Evert. “Hasseke grote draak. Inne hol. Bovenop de Pulkeberg.”
“Jaja,” lachten de mensen, “het zal wel. Wat moet een draak nou in Pulkerveen?”
“Sjchapen,” lispelde Evert. “Vinne ze lekker hoor, draken!”
De dorpelingen schudden grinnikend hun hoofd, want Evert zei wel vaker dingen. Maar ze lachten niet lang, want toevallig kwam er juist die dag een ridder naar het dorp. Aelstan de Dwalende heette hij, maar hij stelde zich altijd voor als Aelstan de Dappere, want dat vond hij beter klinken. Hij was ook echt wel dapper, daar niet van. Maar dappere ridders zijn er genoeg. En om die nou allemaal ‘de Dappere’ te gaan noemen - nee, daar schiet niemand iets mee op.
Aelstan de Dwalende heette hij dus, en dat was terecht, want hij kon verschrikkelijk verdwalen. Anders zou hij ook nooit in Pulkerveen terecht zijn gekomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten