Begin hier

of
HIER

met het lezen van mijn verdwaal-verhaal. Dit verhaal gaat niet gewoon van a naar b naar c, maar het kronkelt in allerlei richtingen en slaat vreemde zijpaadjes in. En jij bepaalt, welk pad je neemt.



woensdag 29 september 2010

Was ik maar een stomme slang

En dat soort dingen was precies wat Sszzzsz dacht.
Als koning Ulfius een goeierik is, waarom zou ik hem dan doodbijten? Omdat de tovenaar het zegt? Maar als de tovenaar een goeie koning dood wil, is hij zelf natuurlijk een slechterik.
Moet ik doen wat een slechterik zegt? Als hij mijn baasje is?
Of moet ik doen wat ik zelf het beste vind?
Maar als de tovenaar mij niet betoverd had, dan kon ik niet eens iets vinden. Dan was ik altijd een stomme slang gebleven.

Moeilijk, moeilijk!

Ach, zuchtte Sszzzsz, was ik maar een stomme slang gebleven. Dan hoefde ik niet na te denken over dit soort ingewikkelde dingen.
Zo dacht hij dag na dag, en terwijl hij dacht ging de zomer voorbij. En ook de mooie dagen van de herfst. Het werd kouder en kouder.
Slangen kunnen daar niet tegen.
Ze hebben warme nodig, anders werken hun spieren niet.
En hun hersens trouwens ook niet.
De gedachten van Sszzzsz gingen trager en trager, en uiteindelijk werd hij wat hij had willen zijn: een stomme slang, die niet meer kon denken aan koningen en tovenaars en het verschil tussen goed en kwaad. Hij kon alleen nog maar slangendingen denken: over eten en slapen en in de zon liggen.
In de zon liggen ging niet meer. Er was geen zon.
Maar zijn slangenhersens vonden een andere oplossing: Olle's grote bladerhoop.

dinsdag 28 september 2010

Handgranaat is eigenlijk een afkorting

'Weet je wat wij zouden moeten hebben?' zei Deco.
'Ja,' bromde Michael, 'een handgranaat. Als hij dan weer komt zeuren dan: Boem! Weg Dave. Handige dingen hoor, handgranaten.'
'Daarom heten ze ook zo,' vertelde Bob. 'Dat weet bijna niemand, maar "Handgranaat" is eigenlijk een afkorting van "Handige granaat".'
'Echt waar?' vroeg Deco met grote ogen.
'Nee,' zei Bob, 'zelf verzonnen.'
'Kan het nog wel waar zijn,' merkte Michael op. 'Gewoon, dat het toevallig echt waar is wat je zelf verzonnen hebt.'
'Ja,' zei Bob, 'dat kan wel, maar dat is dus bijna nooit. Anders had ik wel hogere punten voor mijn topo-toetsen. Daar verzin ik alle antwoorden zelf en ze zijn nooit goed. Ja, één keer, toen we de provincie-hoofdsteden moesten doen. Toen was ik moe, dus ik kon niet goed verzinnen. Heb ik gewoon iedere hoofdstad de naam van de provincie gegeven. Hoofdstad van Limburg is Limburg, hoofdstad van Zuid-Holland is Zuid-Holland, enzovoort.'
'Ja,' zei Michael, 'dan heb je Utrecht en Groningen goed, natuurlijk.'
'Waarom zou dat eigenlijk zijn?' vroeg Deco zich af.
'Misschien waren de Utrechters en de Groningers ook een beetje moe,' bedacht Bob. 'Konden ze ook niet goed verzinnen.'
'Weet je wat eigenlijk ook een stomme plaatsnaam is?' vroeg Michael.
'Nee,' zei Deco. 'En dat wil ik ook niet weten want daar gaat het niet om. Het gaat om een manier om Dave uit de buurt te houden.'
'Handgranaat,' mompelde Michael.
'Kop dicht,' zei Deco. 'Luister liever naar mijn plan.'

maandag 20 september 2010

Hij ruste in vrede, bla bla bla

Szzzzsz had diep nagedacht. Zijn eerste gedachte was: hoe krijg ik die koning de pijp uit?
Dat was makkelijk genoeg. Het paleis had een paar kleine raampjes, waar geen mens doorheen paste; die kwamen uit in de kerkers. In de kerkers zaten gevangenen. Die zouden behoorlijk schrikken als er plotseling een grote slang hun cel binnenglijdt. Van de schrik gaan ze gillen. Een bewaker komt kijken wat er aan de hand is. Zodra hij de deur open doet, of een raampje, dan bijt je hem dood. Daarna kun je op je gemak de cel uit kruipen, en hup! Je bent in het paleis.
Je zoekt een veilig plaatsje, achter het keukenkastje bijvoorbeeld. Daar is het nog lekker warm ook. Je ligt daar lekker te soezen, en je luistert naar de gesprekken van de koks en de kamermeisjes.
Na een paar weken - of maanden, wat maakt het uit? - weet je waar de slaapkamer is. Je kruipt er heen door de zwijgende duisternis van de nacht. En even later... hap! Daar gaat de koning.
Hij ruste in vrede, bla bla bla, arme kerel, blablabla veel te jong gestorven...
Makkelijk zat.
Dat was hoe je het deed.
Daar had Sszzzssz moeten ophouden met denken.
Maar hij was dóórgegaan.
Hij was zich gaan afvragen waarom hij de koning zou vermoorden.
En elke moordenaar kan je vertellen: daar moet je niet over nadenken. Dan ga je twijfelen.
Waarom zou ik die koning vermoorden? Hij heeft mij niks gedaan. Misschien is het wel een hele aardige kerel.
Dat soort dingen ga je dan denken.

donderdag 9 september 2010

Meisjes en Marrokanen

Die avond gingen de jongens naar de oude fabriek.
De meiden wilden niet mee.
'Nee,' zei Michael, 'meiden, dáár heb je wat aan als je een dief gaat vangen.' Ze liepen over de met gras begroeide rails. Vroeger had hier een klein treintje gereden, dat allerlei spullen naar de fabriek bracht. In de fabriek werden dan van die spullen weer andere spullen gemaakt en die gingen met het treintje weer weg. Heel eenvoudig.
'Wat maakten ze hier eigenlijk?' vroeg Bob.
'Geen idee,' antwoordde Deco ongeïnteresseerd. 'Dikke zwarte rookwolken, voornamelijk. Maakt het wat uit?'
'Nou ik vroeg me af wat een dief te zoeken heeft in een lege fabriek.'
'Duh,' zei Michael. 'Hij heeft er niks te zoeken. Hij komt niks halen, hij komt iets brengen. Hij gaat natuurlijk zijn buit verstoppen.'
Dat was slim bedacht! Bob en Deco waren er even stil van.
En in die stilte hoorden ze: 'Joehoe! Waar zijijijn jullie?'
Het was Kymbyrly, die zich bedacht had en toch mee op boevenjacht wilde.
'Nee,' zei Deco. 'Boevenjacht is niks voor meisjes.'
'Dat mag je niet zeggen, volgens mij,' zei Bob. 'Vanwege dat het discriminatie is.'
'Ach welnee man. Discriminatie is met Marrokanen en zo.'
'Oh,' zei Kymbyrly verontwaardigd, 'en waarom mogen Marrokanen wel discriminatie hebben, en ik niet?'
Michael knikte bedachtzaam. 'Meisjes hebben ook recht op discriminatie. Want als Marrokanen het wel krijgen, en meisjes niet, dan is dat óók weer discriminatie.'
'Ja,' zei Kymbyrly. 'Dan zijn wij twee keer de... eh...'
'De pineut,' hielp Michael.
'Ja, dat bedoel ik. Dan zijn wij dubbel de pineut.'
Dat wilde niemand op zijn geweten hebben. Er werd besloten dat Kymbyrly door Deco was gediscrimineerd. Hij moest sorry zeggen.
'Sorry.'
En ze mocht mee op boevenjacht.
Ze waren inmiddels aangekomen bij hun hut tussen de struiken. Ze kropen alle vier naar binnen, maakten het zich gemakkelijk en begonnen te wachten. Op hun dief. Die niet kwam. Uren- en urenlang niet. Zelfs niet toen het donker werd.

dinsdag 7 september 2010

Jammer voor de slechteriken

De meeste slangen zijn niet wat je noemt intelligent. Ze hebben niet bepaald veel aan hun kop, tenslotte. Ga ik in de zon liggen of ga ik een muis opeten? Of ga ik een dutje doen? Dat is alles, eigenlijk. Over andere dingen hoeft een slang niet na te denken. Dus wat moet een slang met hersens? Onhandige extra bagage is het, die de kop te zwaar maakt en de snelheid schaadt.

Voor de slechteriken van deze wereld is dat allemaal erg jammer. Sommige slangen kunnen met één beet van hun giftanden een volwassen kerel naar de andere wereld helpen. Wat zou het dan handig zijn, als je zo'n beest kon trainen! Vooral omdat ze zo een wonderlijke vorm hebben. Sommige slangen passen in een muizenhol. Anderen kunnen door een regenpijp kruipen. Er is geen huis waar een slang niet binnen kan komen.
Ze zijn dodelijk, ze zijn stiller dan een muis en ze kunnen overal binnendringen.
Voor een slechterik die, bijvoorbeeld, een koning wil vermoorden is een slang dus ideaal. Je hoeft alleen maar te zeggen van 'Hup slang, pak 'm!' en dan...
Dan...
Tja. Dan gaat de slang in de zon liggen. Of een muis opeten. Of een dutje doen.
Hij begrijpt gewoon de bedoeling niet.
Behalve als hij betoverd is.
Zoals Sszzzsz. Als je tegen hem zei: bijt de koning dood, dan begreep hij niet alleen wat je bedoelde, hij kon ook nog een plan verzinnen om het voor elkaar te krijgen.
Maar al die slimheid had ook een nadeel.

zondag 5 september 2010

Duim omhoog.

Deco vond er niks meer aan. 'Ik ga naar huis,' fluisterde hij. 'Ik geloof nooit dat er nog een dief komt, vannacht.'
'Goed werk,' zei Bob. 'Dieven komen altijd als je ze niet verwacht. Dus we lagen hier een beetje voor joker, want we verwachtten een dief. Maar nou jij er niet meer in gelooft, nóú komt-ie pas. Let maar eens op.'
Daar moest Deco even over nadenken. 'Hoe weet een dief nou of wij hem verwachten?' vroeg hij tenslotte.
'Daar hebben ze een zesde zintuig voor,' antwoordde Bob. 'Dieven zijn helderziend voor verwacht worden. Dus hij kan ieder moment komen.'
'Ik geloof er geen bal van,' mokte Deco.
Bob stak zijn duim omhoog. 'Ik steek mijn duim omhoog,' zei hij erbij, want Deco kon dat natuurlijk niet zien in het donker.
Kymbyrly knipte de zaklamp aan.
'Doe dat ding uit,' fluisterde Bob woest. ´Straks ziet-ie dat we hier zitten, en dan weet hij dat we ´m verwachten. Dan komt hij nooit
´Ik wou alleen maar laten zien dat je duim omhoog deed,´ legde ze uit.
´Dat hoeft niet,´ antwoordde Bob, ´want dat heb ik dus net gezegd.´
´Oh ja. Waarom deed je je duim eigenlijk omhoog?´
´Omdat Deco goed bezig is. Hij gelooft mij niet. Gelukkig maar! Nu verwacht hij dus geen dief. Dus de dief komt.´
´Oh ja,´ zei Kymbyrly vaagjes. Ze moest er even over nadenken.
Terwijl ze nadacht sloop er een duistere gedaante naar de deur van de fabriek toe.
De dief was gearriveerd.

vrijdag 3 september 2010

Voor wie het boek gelezen heeft

Degenen die, zoals ik hen al eerder heb aangeraden, het boek 'De Purperen Koningsmantel' hebben gelezen. weten natuurlijk al lang wie deze tovenaar is.
Inderdaad: de Grijze Reiziger.
Meer over hem kun je lezen in het boek: 'De Toren van de Tovenaar'.
Dat wil zeggen: als je het boek te pakken kunt krijgen. Dat is niet eenvoudig, want het is in geen enkele boekwinkel meer te koop.
Gelukkig zijn er nog bibliotheken waar ze het wél hebben.

woensdag 1 september 2010

Lichtgevende ogen

Olle merkte het niet eens, dat de gang was ingestort. Hij hoorde het geruis, dat wel natuurlijk, maar hij lette er niet op.
Want hij keek recht in twee ogen.
En dat waren niet de ogen van zijn kabouter.
Bepaald niet.
De ogen glansden groenig in het duister. Een beetje zoals de ogen van een kat. Maar dit was geen kat; kattenogen geven geen licht, ze weerkaatsen alleen maar het licht dat er op valt. In een donker hol in het midden van de nacht is een kat net zo blind als jij en ik.
Het was een slang. Zijn naam was Sszzzsz (De namen van slangen zijn voor mensen erg moeilijk uit elkaar te houden: het verschil tussen bijvoorbeeld deze Sszzzsz, zijn moeder Hzsszzs en zijn zusje Zszs-Hsszs is voor ons niet te horen. Een uitzondering was zijn neef Fvvfvfhvv, wiens moeder een klein spraakgebrek had.)
Sszzzsz was geen gewone slang. Slangenogen geven geen licht, net zo min als die van een kat. 't Zijn geen koplampen. Slangen hebben geen koplampen nodig; ze jagen niet door te kijken maar door te ruiken, of eigenlijk: door de lucht te proeven met hun tong.
Het licht in Sszzzsz's was geen lampje; het was een toverlicht.
Toen ze nog jonge slangetjes waren, waren Sszzzsz en zijn zusje en zijn neef gevangen door een kwaadaardige magiër. Deze tovenaar had een eeuwenoude ruzie met koning Ulfius. Toevallig had de koning zelf, in zijn jonge jaren, heel aardig leren toveren. Goed genoeg om zichzelf tegen de meeste tover-aanvallen te beschermen.
Maar de zwarte magiër bleef het proberen. Om de zoveel tijd stuurde hij weer een vervloeking of een monster op de koning af. Ditmaal was het Sszzzsz.