De Toversmid was reusachtig; zijn hoofd kwam tot aan het dak van de grot. In zijn hand had hij een vreselijke hamer; het ijzer was zo groot als het lijf van een paard. Maar aan zijn riem hingen nog meer hamers, in allerlei vormen en maten; de kleinste was van goud, en zó klein dat zelfs een kabouter er niet mee overweg had gekund. Wonderlijk genoeg kon de Toversmid dit mini-hamertje zonder moeite hanteren. De Toversmid kon alles, als het maar met het smidsvak te maken had.
'Kun je een onoverwinnelijk harnas voor me sneden?' vroeg baron Roodschild.
'Neuh,' zei de Toversmid.
'Noem maar een prijs. Geen probleem.'
'Neuh,' herhaalde de Toversmid.
'Maar ik kan het betalen!' stampvoette baron Roodschild. 'Waarom krijg ik het dan niet, verdorie!'
'Kan ik niet maken. En als ik dat zeg, dan kan ik 't niet. En als ik het niet kan, dan kan niemand het.'
'Waarom niet?'
'Tover-technische redenen. Ik heb twaalf jaar geleden al een onoverwinnelijk harnas gemaakt.'
'Nou, heel knap. Maar dat betekent toch alleen maar dat je het juist wel kan?'
'Neuh. Er kan maar 1 onoverwinnelijk ding bestaan. Want als een kerel met een onoverwinnelijk harnas moet knokken tegen een andere kerel met óók een onoverwinnelijk harnas, wie wint er dan?'
Baron Roodschild zanike en zeurde van waarom niet, waarom niet, en als ik nou beloof dat mijn zoontje nooit tegen dat andere harnas...
Maar het was en bleef neuh.
De baron kieperde zijn zak met goud op de grond.
Neuh.
De Baron kieperde zijn zak met diamanten ernaast.
Neuh.
Zijn zak met robijnen en saffieren.
Neuh.
Mismoedig ging de baron op de grond zitten. Hij legde het portret van zijn vrouw voor zich neer en zei: 'Het spijt me, Azalea - ik krijg het niet...'
'Hela,' zei de Toversmid. 'Wat heb je daar?'
maandag 22 februari 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten