Maar dat deed ze niet.
Ze zei: 'Als u echt denkt dat dat het beste is, dan moet het maar, hè?'
Commandant Lodewijk knikte ernstig.
Hij bracht haar naar huis, in de grote rode ladderwagen, en daarna verdween hij. Zwaaiend met de bezem en loeiend met de sirene.
Later die nacht was er een brand in een papierfabriek. Lodewijk gooide de bezem in de brullende vlammen.
'Zie zo,' zei hij. 'Dat is dat. Uit dit vuur kan zelfs een behekste bezem niet ontsnappen!'
Hij wist wel niet veel van bezems, maar hij wist zo ongeveer alles van vuur. Er is dan ook geen enkele reden om aan zijn woorden te twijfelen.
Dus... geen nachtelijke avonturen meer voor Tante Heleen?
Ach, natuurlijk wel!
Anderhalve week later werd Tante Heleen midden in de nacht wakker, bibberend van de kou. Ze zat bovenop het dak van een bankgebouw. Het hoogste gebouw van de stad.
Het is niet moeilijk te raden wat er naast haar lag.
Inderdaad.
De stofzuiger.
Want een stofzuiger kan alles wat een bezem kan.
Meestal zelfs iets beter.
donderdag 5 augustus 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten