'Trouwens,' zei Lodewijk luchtigjes, 'wat doet u nog met zo'n ouderwetse bezem? Een stofzuiger is toch veel handiger?'
'Ach ja,' zei Tante Heleen, 'ik ben het nou eenmaal gewend, hè? Zo'n bezem. Ik ben al oud, hoor, en dan is het moeilijk om nog te veranderen.'
'Da's waar,' gaf Lodewijk toe. 'Aan de andere kant: ik heb thuis nog een ouwe stofzuiger liggen waar ik niks meer mee doe. Die kunt u zó van me krijgen. Probeer het eens, zou ik zeggen.'
Ze wilde eigenlijk helemaal geen stofzuiger, maar ze vond dat ze aardig moest zijn tegen de brandweerman die haar kwam redden dus ze zei: 'Goed. Dat is heel erg aardig en gul van u. Ik zal er vast heel blij mee zijn.'
De brandweermannen tilden haar de boom uit en zetten haar naast commandant Lodewijk. In de grote rode ladderwagen.
Met loeiende sirenes reden ze naar het Lodewijk's huis. De commandant haalde een oude stofzuiger van zolder.
'Ziezo,' zei hij. 'Wie wat bewaart, die heeft wat. En geef die rare ouwe bezem maar hier.'
'Wat gaat u daarmee doen dan?' vroeg Tante Heleen een beetje bezorgd. Ze had die bezem al zestig jaar; hij was nog van haar grootmoeder geweest.
Je gaat je toch aan zo'n ding hechten.
'Wegmaken,' zei Lodewijk keihard. 'Als ik binnenkort weer eens langs een brandend huis kom - en dat gebeurt mij regelmatig - dan gooi ik die bezem d'r in en dan is-ie voorgoed stuk en weg. Heeft niemand er meer last van.'
Tante Heleen kon wel janken.
dinsdag 3 augustus 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten