Begin hier

of
HIER

met het lezen van mijn verdwaal-verhaal. Dit verhaal gaat niet gewoon van a naar b naar c, maar het kronkelt in allerlei richtingen en slaat vreemde zijpaadjes in. En jij bepaalt, welk pad je neemt.



zaterdag 15 mei 2010

Laat die man lekker niezen

Een ramp! Een verschrikkelijke, afschuwelijke ramp! De hoofdlakei werd verkouden.
Nou en? dacht Pjum in het begin. Laat die man lekker niezen, als hij daar plezier in heeft. Wat heb ik daar mee te maken?
Maar de verkoudheid werd erger en erger, de niezen daverden door het paleis. Zo vreselijk hard dat de pannen in de keuken ervan rammelden. Één keer vloog er zelfs een heel raam naar buiten. HATSJIE-krak-vieoewww, finaal uit de sponning geblazen. Recht de tuin in, waar het rinkelend neerkwam in een oude bladerhoop. Daar viel het in scherven; één van die scherven sprong recht in het hart van een grote slang, en zo werd het leven gered van een jongetje en zijn kabouter. Maar dat is een ander verhaal.
De niezen van de hoofdlakei galmden door de gangen, deden de gordijnen bollen en kaatsten heen en weer door de kapel, zodat de pastoor in de war kwam en per ongeluk drie keer opnieuw begon aan de preek. Bij de derde keer viel al het kerkvolk in slaap, maar HATSJOE daar kwam weer een nies en ze zaten meteen weer recht overeind.
Ook Pjum werd door het gruwelijke gedreun uit zijn slaap gehouden. en lag in het holst van de dag urenlang wakker.
Het niezen klonk zelfs in de troonzaal, waar de koning juist in gesprek was met de Vizier van het Zuiden. Ze konden elkaar toch al moeilijk verstaan, die twee, want de vizier sliste dat het een aard had, maar met dat genies erdoorheen kwam er van het belangrijke gesprek niets meer terecht.
'Zo gaat het niet langer,' zei de koning tegen de hoofdlakei. 'Ga maar naar huis tot je beter bent.'
'Ik ben al dhuis, majesdeid,' snotterde de lakei. 'Ik woon in hed baleis, namelijk.'
'Verrek,' zei de koning, 'is dat zo? Was me nooit opgevallen. Nou ja, ga dan maar naar je oude moedertje. Die heb je toch wel, hoop ik?'
Ja hoor, de hoofdlakei had een oude moedertje. Daar ging hij heen, en toen kwam er een vervanger. Vervangster. Oude Mie, de huishoudster.
En nu had Pjum een probleem.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten