Het buikje van Esmeralda was nog niet geschikt voor grasjes, ze was daar nog veel te klein voor. Melk moest erin! Veel melk, om lekker groot en sterk te worden.
Van de grasjes kreeg ze buikpijn, en omdat ze nog niet helemaal áf was groeide de buikpijn erin. Haar hele leven bleef ze buikpijn houden, en daardoor at ze te weinig en bleef een mager scharminkeltje.
Vond ze niet erg.
Zie je wel, dacht ze, zie je wel dat ik het Grote Konijn ben!
Elf dagen oud ben ik, en nu al kan ik rennen en kijken en grasjes eten. Er is niets, wat ik niet kan.
Diep tevreden knabbelde zij. De grasjes waren vies maar de zon was heerlijk warm op haar babyvachtje en zij voelde zich werkelijke het Grote Konijn.
Kijk nou toch eens, dacht ze, de hele heide is voor mij alleen. Alle andere konijnen zijn binnen gebleven, omdat het onbeleefd is als je op het eten van het Grote Konijn gaat zitten. Zo hoort het!
Maar dat was niet de reden dat de andere konijnen nog in hun holletjes zaten.
Ze bleven veilig binnen uit angst. Uit angst voor de verschrikkelijke Buizerd, die bij dag door de lucht gluipt en sluipt en die niets lever eet dan een sappig konijntje. Behalve dan misschien een sappig Groot Konijn.
zaterdag 26 juni 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten