Begin hier

of
HIER

met het lezen van mijn verdwaal-verhaal. Dit verhaal gaat niet gewoon van a naar b naar c, maar het kronkelt in allerlei richtingen en slaat vreemde zijpaadjes in. En jij bepaalt, welk pad je neemt.



maandag 19 april 2010

Hoe doen de beestjes dat toch?

Er was een plekje waar niemand ooit kwam, behalve Olle zelf. Helemaal achterin de tuin was het, achter de altijd-groene dennenbomen: de grote berg van bladeren. De bladeren die hij, heel de lange herfst, bij elkaar had geharkt in de paleistuin. Zo hoog als de torens van het paleis was de berg; waarom zou je er dan niet, net als in het paleis, in wonen? Olle pakte een schep en begon te graven. Een hol te graven, net als een beestje. Makkelijk zat.
'Kabouter,' zei Olle na een tijdje, 'ik wist niet dat beestjes zo'n moeilijk leven hadden. Die rotblaadjes! Als ze nat zijn plakken ze aan mekaar, en dan kan ik ze niet scheppen, en als ze droog zijn waaien ze van mijn schep af. Dan kan ik ze óók niet scheppen. Hoe doen die beestjes dat toch? Ze hebben geeneens een schep!'
De kabouter glimlachte en Olle begreep wat hij wilde zeggen: nee, inderdaad, de beestjes hebben geen schep. En daarom lukt het ze juist.
Hij legde netjes zijn schep terug en begon te graven met zijn blote handen.
En dat ging dan wel sneller dan met een schep, maar zijn handen waren maar klein dus het zou weken duren voor hij een hol had gemaakt, groot genoeg voor henmzelf en zijn kabouter. En voor de zogenaamde chocolademelk, want Olle was erg gehecht aan zijn chocola, ook al was die niet echt.
Zulke kleine handjes! Wat moest hij nou toch doen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten